Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
24 décembre 2014 3 24 /12 /décembre /2014 22:05

 

Portulaan.jpg

Wédden dat u niet weet waarvoor de afkorting CSIFOP staat? Dat is het Committee for Serendipitous Investigation of the Fancies of the Pseudo-Normal. Opgeslagen? Het orgaan van het CSIFOP is Portulaan. Het tijdschrift wordt geredigeerd door Ludo Noens, en begint aan de 31stejaargang. Zojuist viel nummer 121 in de bus.

Het blad, in A5-formaat, besteedt al die jaren al aandacht aan esoterie, filosofie, kunst, literatuur, filosofie, religie en wetenschap. Telkens bijt poëzie het spits af. De verhalen en feuilletons zijn veelal gericht op fantastiek en het paranormale.
Qua opzet doet Portulaan wat denken aan het tijdschrift Bres (waar Simon Vinkenoog jarenlang in de redactie zat), maar dat is niet zo vreemd want ook daaraan leverde Noens talloze bijdragen over vooral esoterie en paranormale verschijnselen.

Ik vind Portulaan een sympathiek blad. Het gaat in elk geval nooit ongelezen de stapel op. Het jongste nummer opent met gedichten van Jozef Vandromme, Philippe Cailliau, Greet Deconinck, Erika De Stercke en Hervé J. Casier. Voorts zijn er korte verhalen van Kolja Aertgeerts, Frank Roger en Juliette van Nes. Verder is er deel 7 van de reeks Orden, genootschappen, sekten: schuiloord voor duistere machten? van Thierry Deleu zaliger en probeert Jan Bauwens een antwoord te formuleren op de vraag De crisis, wat is dat nu?

Noens zelf, van wie onlangs overigens de bundel fantastische verhalen Incident in Tomar en het essay Subliem licht op de lijkwade van Turijn – Ware herkomst van een omstreden middeleeuwse relikwie het licht zagen, belicht de legendarische arts, chirurg, occultist, theoloog en notoire sociale outcast Theophrastus Paracelsus.

Portulaan is niet duur: een abonnement (4 nummers) kost slechts10 €. Wie meer wil weten over het blad en Ludo Noens kan surfen naar:

http://www.bloggen.be/ludonoens/

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
24 décembre 2014 3 24 /12 /décembre /2014 16:28

Jan-van-der-HoevenKLEUR.jpg

De stijlvolle uitvaartdienst voor de dichter Jan van der Hoeven (Brugge, 3 november 1929 - Brugge, 18 december 2014) vond gisteren om 11 uur plaats in het kerkje van Ver-Assebroek.

Renaat Ramon hield de lijkrede, Leen Persyn droeg een paar gedichten van Jan voor en zong een lied in het Spaans.

In haar korte afscheid zei Margarete Palm, weduwe van de dichter, o.m. het volgende:

'Pas toen ik in Brugge kwam wonen begon ik Nederlands te leren en begon ik langzaam te ontdekken wat Jan, met deze taal nog allemaal achter de hand hield. Toen we pas getrouwd waren zei zijn vaderlijke vriend Paul de Vree: "Je moet weten dat Jan met jou geen huis van stenen zal bouwen maar wel één van woorden." '

*

De dienst werd bijgewoond door o.m. ere-schepen Fernand Traen, Jo Berten, Herman Broes, Mia Lantsoght, Lieve Terrie, Marie-Thérèse van Dycke, de letterkundigen en plastische kunstenaars Fernand Bonneure, Hendrik Carette, John Heuzel, Fernand Lambrecht, Lut Lenoir, Marec, Paul Rigolle, Gilbert Swimberge, Willy Tibergien, Herwig Verleyen, Tony Willems e.v.a.

*

Buiten na de dienst woei er een gure wind die velen deed grijpen naar een warme koffie en geestrijke dranken. 

Partager cet article
Repost0
24 décembre 2014 3 24 /12 /décembre /2014 04:36

 

Liever ben ik dood, dan dit alles te verdragen:

Het deksel op de neus van wie juist lof verdient

En omgekeerd: een feestneus krijgt respect.

De nobele van geest wacht vroeg of laat verraad,

De dwaas krijgt zonder meer een eredoctoraat.

En van eer gesproken: moraal bestaat niet meer,

Wat onbesproken is wordt zonder meer verkracht.

Kracht legt het af tegen macht, kunst

Monddood gemaakt door het gezag:

Schijngezag, ontleend aan schijnverstand.

De simpele waarheid noemt men al te simpel

En goed wordt geregeerd door kwaad.

Liever ben ik dood, dan dit alles te verdragen.

Maar tot mijn liefde achterlaten ben ik niet in staat.

 

ShakespeareSonnetten.jpg

Vertaling: Guido De Bruyn

William Shakespeare, Sonnetten, Leuven, Uitgeverij P, 2006.

Partager cet article
Repost0
23 décembre 2014 2 23 /12 /décembre /2014 20:52

 

Kaas-snijder

Kaas-snijder

Guido Lauwaert beschouwt zijn toneelbewerking van Kaas als een “eerbetoon aan de stamvader van de moderne Nederlandstalige literatuur”. Bij het schrijven van mijn beschouwingen over de perikelen rond die toneelbewerking van de kaas-snijder dacht ik aan een aantekening van Hugo Claus in zijn dagboek, gedateerd 1968.

Zag gisteravond Kaas op de televisie. Hoe mager eigenlijk is Elsschot. Ik heb er wel binding mee, met de trefzekere, naakte, niets (of bijna niets, wat seksualiteit blijft taboe) ontziende observatie, maar hij blijft in het verslag steken […]. Elsschot is bang, dat is iedereen, maar hij maakt door zijn bangheid de gevaren te klein, hij wil, hoe dan ook, toch op zijn gepantoffelde pootjes terechtkomen.

DeWolken.jpg

Het volledige citaat staat te lezen in De Wolken. Uit de geheime laden van Hugo Claus, samengesteld door Mark Schaevers (Amsterdam, De Bezige Bij, 2011, pp. 197-198). De samensteller beoogde in eerste instantie “een keuze die Claus' biografie en de ontstaansgeschiedenis van zijn werken kan stofferen.” De royale, rijkelijk geïllustreerde publicatie heeft veel weg van een kijkboek. Prima. Jammer genoeg ontbreken echter een verantwoording van de keuze (hoeveel dagboekbladen werden niét opgenomen?) of een index.

In de gepubliceerde dagboekbladen laat Claus zich onomwonden en bijzonder onthullend uit over het toneel van Jan Christiaens en Piet Sterckx, over Ben Klein, Claude C. Krijgelmans, Hugo Raes en Daniel Robberechts.

Henri-Floris JESPERS

 

Over Lauwaerts bewerking van Kaas, zie:

7 december:

http://mededelingen.over-blog.com/article-na-toneelversie-van-lijmen-nu-ook-kaas-aan-de-beurt-125159587.html

21 december:

http://mededelingen.over-blog.com/article-kaas-met-gaten-125257293.html

Partager cet article
Repost0
23 décembre 2014 2 23 /12 /décembre /2014 00:25

 

PoldeMont.jpg

Edmond van Offel, Paul de Mont, 1932

Zowat een halve eeuw geleden ontdekte ik de dichter Pol de Mont (1857-1931), dank zij de lijvige bloemlezing (1932) uit zijn poëzie ingeleid en toegelicht door dr. George Meir, (1900-1944) – een van de slachtoffers van de V-bom op de De Keyserlei te Antwerpen op 6 september 1944.

Aansluitend las ik Meirs studie over leven en werk van De Mont (1932). Waarom weet ik nu niet meteen (en ik heb ook geen zin noch tijd om nu in de krochten van het geheugen te dalen), maar ik voelde me destijds meteen aangetrokken door de eigenzinnige persoonlijkheid van de veelzijdige en bedrijvige Pol de Mont. Ondanks het feit dat er heel wat literatuur over De Mont bestaat, vrees ik dat hij in de vergetelheid verzonken is.

*

Even het geheugen van mijn lezers opfrissen... Pol de Mont was een jeugdvriend van Rodenbach, met wie hij Het Pennoen (1878-1880) stichtte. Zijn bundel Gedichten werd in 1880 bekroond met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde – hij was amper 23. Hij “stond” in het onderwijs (leraar aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen, 1882-1904 – Willem Elsschot behoorde tot zijn leerlingen). Vanaf 1886 was hij ook lesgever aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen.

G. L. Holvoet onderstreepte terecht:

'Met Pol de Mont gebeurt wat zo vaak in de Vlaamse Beweging is voorgevallen: hij wordt van katholiek vrijzinnig liberaal. (Het was al gebeurd met Coremans, Max Rooses, Jan van Beers die allen uit katholieke middens kwamen. Het zou zeker de moeite van een onderzoek lonen om na te gaan in hoeverre de strijd van een deel van de geestelijkheid tegen de vervlaamsing hierbij een rol gespeeld kan hebben).' (1)

Pol de Mont zetelde twee jaar als liberaal provincieraadslid (1892-1894). In 1904 werd hij conservator benoemd van het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Een jaar later was hij een van de stichters van het tijdschrift De Vlaamse Gids (1905-2000).Tijdens de Groote Oorlog hield hij zich afzijdig (– hij weigerde een leerstoel aan de vervlaamste Gentse universiteit). Toch werd hij, vooral in de Franstalige Antwerpse pers op het einde van 1918 zo heftig aangevallen wegens activistische sympathieën, dat hij uitweek naar Nederland. Hij werd dan hoofdredacteur van het Vlaams-nationalistische dagblad De Schelde, waar hij o.a. Gaston Burssens, Alice Nahon en Paul van Ostaijen als medewerkers had.

*

In jàren heb ik nog slechts zelden een gedicht van Pol de Mont (her)lezen. Hij wordt nu wel ten voeten uit secuur opgevoerd door Ludo Stynen (°1953) in recente afleveringen van voor elke literatuurhistoricus onmisbare tijdschriften: Wetenschappelijke tijdingen en Zacht Lawijd.

WT143.jpg

ZL133.jpg

In Wetenschappelijke tijdingen (pp. 202-223) handelt hij uitvoerig en secuur over Pol de Mont als politicus, “liberaal en flamingant”, waarbij hij niet alleen nieuw materiaal aanreikt, maar ook hier en daar, zoals het hoort zonder commentaar, de puntjes op de i zet. Dat is ook het geval in Zacht Lawijd, waar hij zich vastbijt in de houding van Pol De Mont tijdens de Eerste Wereldoorlog: (“Neutraliteit was geen optie”, pp. 190-213).

*

Beide tijdschriften komen hier eerlang opnieuw onder de aandacht...

Henri-Floris JESPERS


(1) Het Koninklijk Atheneum te Antwerpen 175 jaar. De geschiedenis van een school en haar rol de Vlaamse beweging, Antwerpen, Vrikona, 1982, 345 p. [pp. 139-141]

G. L. HOLVOET is ook de auteur van Honderd jaar NSK. Kroniek van de Nederlandse studentenkring 1884-1984, Antwerpen, NSK-Senioren, 1985, 351 p.

Partager cet article
Repost0
21 décembre 2014 7 21 /12 /décembre /2014 23:26

 

KAASgl.jpg

Elsschotfans – ook de meest vooraanstaanden – hebben blijkbaar belangstelling voor de aangekondigde toneelbewerking van Kaas door Guido Lauwaert (°1945). Dankzij de sponsoring van enkele gerenommeerde bedrijven rolde inmiddels dit collectors item van de pers. De gerenommeerde cartoonist en doctor honoris causa van de VUB, Zak (Jacques Moeraert) werkte met veel plezier mee aan de uitgave en maakte een prachtcartoon.

KAASzak.jpg

Zeer tot spijt van de doorsnee Elsschot-liefhebbers komen exemplaren echter niet in de handel. Zie in dat verband mijn bijdrage van 7 december: http://mededelingen.over-blog.com/article-na-toneelversie-van-lijmen-nu-ook-kaas-aan-de-beurt-125159587.html

Kaas-snijder.JPG

Kaas-snijder

Mijn toneelversie is een privé-aangelegenheid en wordt enkel op aanvraag van belangstellende liefhebbers per post geleverd, na ontvangst van de administratieve kosten”, aldus CDR-redacteur Lauwaert.

Henri-Floris JESPERS

Info: herodotosuitgeverij@gmail.com

Partager cet article
Repost0
21 décembre 2014 7 21 /12 /décembre /2014 08:01

Uiteindelijk ben ik eind november aan À la recherche du temps perdu het literair geweld van Marcel Proust begonnen. Traag, heel traag vorder ik nu in Du côté de chez Swann. De nobele schuldige aan mijn vergrijp is het aanstekelijk enthousiasme van mijn charmante vriend Bart Stouten. Hij is zowat de enige die ik ken die in de diepste vezels van Proust heeft rond gedwaald en in zich heeft opgezogen. Het moest er dus van komen.

En wat betreurt monsieur Swann?: 'Ce que je reproche aux journaux c’est de nous faire faire attention tous les jours à des choses insignifiantes…' We schrijven 1913.

Nihil novi sub sole ?

Movement-X.jpg

Movement X van Abou Jahjah protesteert aan kabinet Francken”

Op 8 december, een stakingsdag nota bene, verscheen deze iconische foto van een failliete berichtgeving op de webstek van Deredactie.be. Meer politie dan manifestanten, relevantie en conflictbeheersing zoek. De Bekkentrekkers, een vzw uit Zichen-Zussen-Bolder heeft waarschijnlijk meer leden. Waarom geen verslag van hun teerfeest? Telkens als ge denkt dat dergelijke fluimen uiteindelijk zijn opgedroogd komen ze uit een mesthoop gelopen. Ik stel me vragen over de agenda van deze nieuwsmakers, deze van De Standaard incluis.

En neen, de steekvlam van Zwarte Piet , nog wel een witte ocharme rakel ik niet op. Ik gun het de verontwaardigden, inclusief de morele superieuren van dit klaagland niet. Overigens heb ik het stilaan gehad met dat racistisch vaatje waaruit men vooral te onpas blijft tappen, met woorden als 'beroepsallochtoon' of 'excuustruus' het vocabularium van een aangekoekte wc-pot, een versleten tranchée met zandbakretoriek “Meester, Jantje en Montasser willen met mij niet spelen!” Nog meer van dit bloedarmoedig geleuter en “links” heeft geen stoelen meer om op te zitten. “Deze mensen leven in het systeem van de sociologische totale smoes.” stelt Peter Sloterdijk.

En wat ik hen en iedereen ontzeg is het recept uit:‘ Over d’onacht der maetschappelycken nootwendygheden ‘. A.D.2014 : ‘Men neme eenen edelen pryncype. Men zoeke dan het sprekende. In den herberghen ende markten roepe men voldoende naergelangs den nodighen maete. Men vinde eenen meute zelooten. Men slaet, kluppellen ende kloppen op die herthorygen. Men maeke den wetten. Men lenge aen met bestraffinghe. Nogmaels ten schudde voor het gebruyke’

O quaerens quem devoret…

Slechts in de marge krijgen verzoenende stemmen zoals die van Montasser AlDe'emeh, een jonge Vlaamse onderzoeker van Palestijnse komaf enige ruimte. (1) Waarom? Niet sexy genoeg ? Niet polariserend? Niet passend in een bevriende agenda?

Montasser-AlDe-emeh.jpg

Montasser AlDe'emeh

Nu het licht minuut voor minuut het duister zal inhalen, draag ik deze winterwende op aan Montasser AlDe'emeh, een Vlaming die stelt zijn “leven te willen wijden aan het verspreiden van verzoening in plaats van haat.’ Deze stem heeft het verrukkelijk timbre van PLO-ambassadeur, Naïm Khader die werd gesmoord in 1981. In 1979 had ik de eer om deze bijzondere man te ontmoeten.(2)

Gisteren was het niet beter, morgen zal het niet beter zijn: mentale vervuiling, elke kleur zijn populistische onzin, goed voor het nodige gepook , voer voor opgefokte roedels. Ook dit tribalisme zal 2015 overleven. Ondertussen verdoven we ons weerom met de allerbeste wensen voor het zoveelste jaar… Panta rei kai ouden menei, Heraclitus

Frank DE VOS

(1) http://www.doorbraak.be/nl/montasser-aldeemeh-stop-met-luisteren-naar-dyab-abou-jahjah


(2) http://mededelingen.over-blog.com/article-frank-de-vos-over-kinderen-van-honden-en-wijn-op-moslims-60869979.html

http://mededelingen.over-blog.com/article-henri-floris-jespers-denkend-aan-frank-de-vos-en-naim-khader-60871040.html

Partager cet article
Repost0
20 décembre 2014 6 20 /12 /décembre /2014 19:50

 

somvantijd_rogerdeneef_0.jpg

Cover: Jan Vanriet

Bij de uitgeverij van het Poëziecentrum, verscheen de zestiende dichtbundel van Roger De Neef, Som van Tijd. Drie cycli. De eerste heet 'Seizoenarbeid', de tweede is naar de titel genoemd, de derde kreeg de doopnaam 'De eeuw van de schreeuw'.

Een zeer toepasselijke titel voor de twintigste eeuw. In deze eeuw heeft Roger De Neef [1941] zijn openbaar leven, zullen we maar zeggen, rondgezworven. Sinds zijn pensionering in 2001 heeft hij zich teruggetrokken en verschijnt nog maar zelden in het openbaar. In zijn huis in het Mechels begijnhof houdt hij zich bezig met het kiezen van de fles wijn van de dag, en dat kan soms heel wat tijd in beslag nemen. Wat op tafel komt is belangrijk voor de zintuigen, maar ook de weersgesteldheid, die het gemoed van de dag bepaalt, beïnvloedt de keuze.


Poëtisch penseel


Zijn openbare leven heeft De Neef in extreme mate beïnvloed, in het bijzonder door zijn beroep. Als jongeman klerk bij een notaris, vervolgens drie jaar ambtenaar bij de provincie Brabant, om na een kort verblijf bij het N.I.R. [V.R.T.] als journalist in dezelfde hoedanigheid aan de slag te gaan bij Belga. Als prominent lid van het journaille heeft hij de naweeën van Tweede Wereldoorlog meegemaakt, de Koude Oorlog, de Koreaanse, de Vietnamese, de Chinese revolutie, de Cubaanse, de mei-revolutie, het bouwen en afbreken van de Berlijnse Muur, de implosie van het communistisch regime in Rusland, een tiental pausen – elk met hun eigen zegen en kuren.
Het vak van zowel klerk, ambtenaar en vooral journalist zit in de Styx van zijn gedichten. Was dat vroeger al zo, zijn pensionering heeft daar geen spat aan veranderd. Zijn pen blijft zijn poëtisch penseel. Het telexbericht, het verzinnen van een onderschrift bij een foto voel je opborrelen. Zeer sterk bijvoorbeeld in het openingsgedicht van de derde cyclus,
'De eeuw van de schreeuw'.

 

DRIE BIJSCHRIFTEN
BIJ DE GROOTE OORLOG

Foto van de eerste tank
Ontvangen
Koel en koosjer
Kan haast niet beter.
*
Blijf roeien met de riemen
Die je hebt
Koketteer met het hout
Van je houten been.
*
En over die miljoenen
Doden niets dan goed
Hun aantal kan de komende
Decennia nog worden verhoogd.

 

Kale muren


Het persoonlijk leven kennen van een dichter [of welke andere kunstenaar ook] is niet noodzakelijk om zijn gedichten te begrijpen, maar het helpt soms wel. Voor wie dat om de een of andere reden niet lukt zijn er de kenners en organisatoren en de promotors van poëziebijeenkomsten, groot en klein. Een kenner ben ik niet – heb nooit beweerd dat te zijn – maar wel een promotor. Promotors hebben het voordeel dichters van nabij te kennen, en de vorm en inhoud van hun werk tot en met het ondergoed te zien.
Roger de Neef is een dichter die ik als promotor zeer goed heb gekend, en nu als beroepsbeschouwer van nabij volg. Wat mij opgevallen is, van bundel 1 t/m 16, is dat zijn poëzie met de jaren helderder, zuiverder, nuchterder werd. Ook koeler. Zeer gevoelig is geworden, zonder de gevoelens waar heel wat dichters mee paraderen. Niet alleen de ouderen, de doden, maar vooral de jongeren, de levenden. Hun poëzie gaat niet langer mee dan de mode van de dag.
Dat is niet het geval bij Roger de Neef, en om nog een voorbeeld te noemen uit Vlaanderen, een gelijke onder zijn gelijken, Roland Jooris. En uiteraard behoren ook, elk naar zijn bek en trek, Marcel van Maele en Jozef Deleu tot die categorie. Zij beminnen de kale muren, blijven als dichter bewust afstandelijk, maar brengen de lezer tot hogere bewogenheid. Een voorbeeld is het beste bewijs. Op blz. 31 van de eerste cyclus '
Seizoenarbeid', edelachtbare lezer.

FAMILIEFOTO

Hier komt de werkelijkheid
Met haar blote ziekten
Bespiegelingen en begrafenissen
Keer op keer te laat

Iedereen op de foto
Geniet het eeuwige leven
Daarnaast werd hij of zij keurig
En met alle nestwarmte ingelijst.

 

Beeldmuziek


Bij de presentatie van zijn nieuwste dichtbundel troffen twee zinnen mij zeer: ‘Ik werk hoofdzakelijk met taaltekort en taalmagie.’ en ‘Het woord sticht brand in het beeld dat ons verlicht.’ Op weg naar huis wist ik plots welke muziek ik had gehoord: Miles Davis van vóór 1958. Toch komen de jazzy tonen in Som van Tijd helemaal niet aan bod, zoals dat vaak wel opvallend het geval is in vroegere bundels. Oorlog, van ver of nabij meegemaakt, door de dichter en de lezer, overheerst deze bundel. Vaak via de omweg van beeldende kunstenaars, zoals Munch, Picasso, Goya en Breugel de Oude.
Toch blijft Roger de Neef een jazzdichter van beeldmuziek. Miles Davis zette de grens van de pijn om in breekbare toonheuvels, Roger De Neef doet hetzelfde met zijn zinnen die lijken op geamputeerde ledematen. In de tweede cyclus,
'Som van tijd', ruikt men de wandaden van het bestaan, smaakt men het zuur van de onmacht, hoort men de nagalm van het denken.

ALS

Later als jij me dan leest
Sla je mijn dood over
Want ik spreek met jou
Hier vanuit een hiernamaals
Waarin ik nooit echt heb geloofd.


 

Vleesregels


Zelfs dood leeft de dichter nog. Dat is het voordeel van elke mens die beter kon schilderen, filmen, componeren, schrijven dan zijn medemens, en daardoor tot kunstenaar werd verheven. Roger de Neef behoort daartoe. Zijn ‘vleesregels’, zoals hij zijn versregels noemt rotten niet weg. Ze bloeien elk jaar opnieuw, of zoals Mallarmé dichtte: ‘Par son chant reflété jusqu’au / Sourire du pâle Vasco.’
Som van tijdis de merkwaardigste, de indringendste bundel die Roger de Neef geschreven heeft. Hoort in elke poëziekast, bij de halfgoden, want één god, de God in welk labo ook gevonden, bestaat nu eenmaal niet.

Guido LAUWAERT

 

SOM VAN TIJD – Roger de Neef – Poëziecentrum Gent – ISBN 978-90-5655-075-2 - € 19.95 - www.poeziecentrum.be

Partager cet article
Repost0
19 décembre 2014 5 19 /12 /décembre /2014 15:08

 

Peter-Theunynck.jpg

Peter Theunynck met Wilfried Pas' Van de Woestijne

Help! Ik wil helemaal niet naar een onbewoond eiland. Ik woon veel liever in bewoond gebied, tussen mensen. Als het dan toch moet, ga ik niet alleen. Ik neem sowieso Shakespeare mee (misschien bestaat hij wel in minipocketeditie). Dan mag ik mijn bril niet vergeten. De eerste avond lees ik The Tempest. Vervolgens waag ik mij aan King Lear en Julius Caesar. Mag er nog een boek mee? Dan kies ik voor de Naardense bijbel op zakformaat.

Theunynck-1.jpg

Of toch maar het verzameld werk van W.H. Auden? Ik beslis dat op de valreep nog wel.

Theunynck-3.png

In mijn rugzak stop ik de cd’s van Leonard Cohen. Ik kan niet zonder zijn beeldrijke melancholie. Ook het Weihnachtsoratorium van Bach niet vergeten. Dan is Philippe Herreweghe steeds in de buurt. Wil ik op een eiland wel films? Misschien kijk ik wel uren naar de zee die elke dag anders is, naar het licht dat gekscheert over het water, naar het walvisballet en naar de duikvlucht van de zeevogels. Toch een film?

Theunynck-2.png

Goed, dan ga ik voor The Remains of the Day. Anthony Hopkins (niet die van The Silence of the Lambs) en Emma Thompson zijn verrukkelijk gezelschap. Kan er nog een film in mijn rugzak? La  Grande Vadrouille dan maar, want ik wil ook nog wel eens lachen, daar op mijn eiland.

Kunst? Dat wordt moeilijk. Ik hou van schilderijen. Zou Michael Borremans iets draagbaars voor mij willen maken? Of Berlinde De Bruyckere? Haar werk zal ook wel drijven. Haar paarden kan ik in de bomen hangen. Ook een klein werkje van Jus Juchtmans zou kunnen. Maar overleeft dat wel de overtocht? Dan maar het beeldje dat Wilfried Pas van Karel van de Woestijne maakte? Klein en solide. Het kan stormen doorstaan.

 

Peter Theunynck, Antwerpen

Partager cet article
Repost0
18 décembre 2014 4 18 /12 /décembre /2014 20:55

 

Ik geloof in de woede, de oerewoet en de eeuwige

strijd tegen de mediocriteit. Ik geloof in het licht

van de gnostische lamp en de endura van de laatste

Catharen. Ik geloof in het bestaan van een Lichtmensch

 

en in mijn wonderlijk moederland dat zich uitstrekt

van de Waddenzee tot ver voorbij het Kolenwoud.

 

Ik geloof in de woorden van Osip Mandelstam.

Ik geloof in de zuiverheid van het hoge Noorden.

Ik lees in de heilige boeken en zoek vertroosting

 

in de Rijnlandse mystiek. Ik geloof in de overwintering

en in de dwaling en vluchtigheid van mijn bestaan

tussen de aardkorst en het helse hemelruim.

 

En ik belijd mijn geloof in in de taal waarin ik het belijd.


Hendrik CARETTE

December 2014

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche